C.C. Basters trad in 1925 als bouwkundig tekenaar in dienst bij Reus en Van Bilderbeek. Kort daarvoor had hij op de Dordtse ambachtschool aan de Reeweg (dit gebouw was in 1920 opgeleverd naar een ontwerp van zijn latere werkgevers) zijn opleiding tot timmerman voltooid. In de avonduren verdiepte hij zich vervolgens in de bouwkunde, waarvoor hij lessen aan de H.T.S. volgde.
Niet alleen volgde Basters lessen, ook gaf hij zelf les aan de Vakteekenschool in Zwijndrecht. Hij bëindigde zijn loopbaan aan deze school als directeur.
Na de oorlog beschouwde Van Bilderbeek (Reus was inmiddels overleden) zijn tekenaar all-round genoeg om hem als compagnon te vragen van 1945 tot aan de dood van Van Bilderbeek, in 1956, stond het bureau daarom bekend onder de naam Van Bilderbeek & Basters.
Na het overlijden van Van Bilderbeek leidde Basters het bureau ruim vijf jaar (van 1956 tot 1961) in zijn eentje. Niet omdat het zoeken naar een compagnon zo lang duurde, want het stond al vast wie dat zou worden: zijn schoonzoon, J. de Vries.